In dit archief verzamel ik fragmenten uit mijn werk: woorden die tasten en zoeken, rituelen voor overgang en verlies, teksten over wat zich in het schemergebied afspeelt.
Je vindt hier personages die zich een weg zoeken met verdriet, essays waarin ik rouwtaal creëer, steuntalen om support te vragen, en een groeiende verzameling boeken die me inspireren in mijn werk.
Dit is een werkplaats, een archief in beweging. Een uitnodiging om mee te denken, voelen of maken. Misschien vind je hier iets waarvan je niet wist dat je het zocht.
Luisteren
Bij Once upon a taste vertellen we over het Verliesdiner. Het diner waar alle tafelgasten verbonden zijn door dat wat zij verloren zijn op de weg door het leven. Waarbij de rouw op tafel mag, in plaats van eronder. Waar ruimte is voor verlies in alle vormen: van verloren liefdes en vriendschappen, toekomstdromen die niet uit zijn gekomen tot rouw om je lichaam die je in de steek laat, je gezondheid die faalt of om wie je ooit was.
In De Kracht van Onzekerheidmag ik vertellen over mijn zoektocht naar andere manieren om om te gaan met verlies. Hoe kun je rouw ruimte geven – in plaats van vluchten of verdoven of het traditioneel ‘een plekje geven’? Luister mee!
Bij de Vlaamse Radio 1 mag ik vertellen over de misplaatste positieve reacties die ik ontving na het overlijden van mijn moeder, én de reacties die ik ontving die hartverwarmend waren. Want daar is het goud te vinden: in het gesprek over wat de steun is die écht helpend is. Want als er een tijd is waarin we steun goed kunnen gebruiken, dan is het wel in tijden van rouw.
In deze aflevering van DOCS, de documentaire podcast van de VPRO en de NTR, wandel ik over de begraafplaats de Nieuwe Ooster en vertel ik over mijn Rouwwoordenboek. Ik lees je woorden voor als ‘aanwezig in afwezigheid’ en ‘anders leren vasthouden’. Ik vertel over hoe verdriet onder je huid gaat zitten en hoe rouw telkens van kleur en intensiteit verandert. Het is werkelijk een auditief kunstwerk te noemen! Meer zal ik niet verklappen, luister maar gauw zelf!
Minister Jet Bussemaker vertelt bij NPO Radio 1 over hoe we ons beter kunnen uitdrukken over sterven en rouwen, en hoe mijn rouwwoordenboek daar behulpzaam bij is. Het rouwwoordenboek is opgenomen in het RVS adviesrapport ‘Beter samenleven met de dood’. Lees hier meer over dit project.
In aflevering 17 ben ik te gast bij podcast Doodgewoon. Benthe en Sabien gaan in @Doodgewoon in gesprek met doodgewone mensen over de dood. We hebben het over mijn eigen leven, het verlies van mijn moeder en mijn visie op rouw. Over donkere dagen en het leven ten volste leven. Over het rouwwoordenboek en wat nieuwe woorden kunnen betekenen. Over therapie, trauma en over verlies leren dragen.
‘De houten woordenbak – een soort extra grote letterbak – ligt voor haar op de werktafel. Rechts van haar ligt de dossiermap, links wat gereedschap en een stempelkussen. Ze haalt de nieuwe stempels met gedeelde rouwgrond en terugtocht uit de woordenbak en stempelt de nieuwe woorden die ze net voor Ted heeft gemaakt op een los vel. (…)’
‘Het is onverwacht warm voor april, niet alleen achter het raam van de treincoupé. Ik denk er nu pas aan dat ik een zonnebril mee had moeten nemen. Dan had ik nu niet met geknepen ogen gekeken hoe een vrouw in een dikke jas het perron op loopt. Misschien is het eerder de jas die ik volg; door de vrouw zelf kan ik bijna heen kijken. De conducteur fluit. De vrouw loopt alsof ze nergens in het bijzonder naar onderweg is. (…)’
‘Mevrouw Rouw gaat in gesprek met Janine Abbring en deelt ervaringen van rouw met de kijker aan de hand van verschillende filmbeelden uit The Broken Circle Breakdown, Manchester by the Sea en meer films.
Zondagavond kwart over acht, de televisie staat aan. Mevrouw Rouw heeft een verzoek gedaan voor het decor: geen lieflijke doorkijkjes of wuivende bloemen in een veld. Net zoals van Griet op de Beeck, die eerder te gast was bij Zomergasten, mocht het decor van mevrouw Rouw wel wat rauwer. Het is een donker bos geworden, en nee, in de verte geen lichtpuntjes. Op tafel, naast Janine en mevrouw Rouw, staat een fles wijn. (…)’
‘Hoe heet je?’ vraag ik de vrouw met het grijze opgestoken haar en de gestifte lippen die aan de bar afrekent. Ondanks het leeftijdsverschil zeg ik expres geen u, om de gelijkwaardigheid te benadrukken. Ik wil dat ze weet dat we hetzelfde zijn. Haar ogen zijn licht. Mijn ogen worden altijd licht als ik gehuild heb. Eerder zat ze aan de tafel vlakbij mij, waardoor ik kon zien wat ze las. Het was poëzie van de Duitse dichter Rainer Maria Rilke, mijn lievelings. Mensen denken vaak dat ze hun pijn goed verborgen houden. Maar eigenlijk zijn mensen net kaarsen waar ‘t verdriet vanaf druipt. Om dat te zien moet je wel opletten. (…)’
‘Tot nu toe was het een dag als alle andere geweest – tot de bel ging. ‘Gaat de bel altijd zo hard?’ zegt hij alsof er nog iemand is om hem te horen. Hij spiekt door het raam en herkent haar meteen. Ze had vroeger ook een keer bij hem thuis voor de deur gestaan. Toen had hij zijn vader horen zeggen: ‘Goh, jij bent laat.’ Maar hij wist toen al: Mevrouw Rouw is nooit te laat. Het schiet hem opeens te binnen dat mevrouw Rouw al een paar keer had gebeld. Maar ze had geen concrete datum genoemd aan de telefoon, dus had hij nog niks in zijn agenda geschreven. En nu is ze er ineens.’
Na het overlijden van mijn moeder vind ik weinig houvast in de bestaande taal rondom rouw. Het werk van de de Amerikaanse psychotherapeut Megan Devine biedt die wel, en brengt me tot het inzicht dat we dringend behoefte hebben aan een nieuw rouwwoordenboek.
Wat zijn de ervaringen die rouw typeren? En hoe voelt dat? Ik stelde eerder in dit essay dat we ‘dringend behoefte hebben aan een nieuw rouwwoordenboek’. Enkele maanden later heb ik woorden gegeven aan enkele van mijn rouwervaringen. Het begin van mijn rouwwoordenboek deel ik hier.
Rouw laat geen enkel deel van het leven onberoerd, merk ik na het overlijden van mijn moeder. In dit persoonlijke essay onderzoekt ze de relatie tussen daten en de dood. ‘Wanneer had jij voor het laatst seks?’ vroeg een vriendin toen mijn moeder bijna een jaar dood was. Het was niet op die laatste date geweest.
Onze tijd lijkt de boeken in te gaan als de tijd van de depressies en de burn-outs. De burn-out en depressie zijn de symptomen van een zieke maatschappij, waarbij het lichaam aangeeft dat er een grens is bereikt. Een van de dingen waar de grenzen van ons lichaam ons bewust van maakt of aan herinnert, is onze eindigheid en kwetsbaarheid. Hoe kunnen eindigheid en kwetsbaarheid ons leiden naar een andere levenshouding?
Sterkte. Dat is wat we in het Nederlands zeggen om elkaar kracht te wensen als er iets moeilijks is gebeurd. We wensen elkaar nooit zachtheid of de openheid om het allemaal te kunnen ervaren.
Sterk zijn is een deugd. Rationeel zijn is een kwaliteit. De controle hebben getuigt van kracht. Met zulke standaarden in onze maatschappij is het moeilijk om ruimte te creëren voor pijn en rouw.
In de Reveil Talks, onderdeel van een webinarreeks van de Universiteit Antwerpen, neem ik je mee in mijn zoektocht naar woorden na de dood van mijn moeder toen ik 20 was, en ook in het gevoel met mijn mond vol tanden te staan. Natuurlijk heb ik ook mijn rouwwoordenboek meegebracht en een aantal woorden voorgelezen.
‘Toch maar aan de dag beginnen’, zo heet de avond die door Liesbeth Rasker (van de podcast dag voor dag – luistertip!) en Gijs van der Sanden werd gehost in De Balie. Van alleen die titel al ben ik even stil. Ja, zo is het soms, met heel veel moeite toch maar aan de dag beginnen… Een prachtige avond waar ik te gast was die je hier terug kan kijken.
In onze individualistische westerse cultuur zijn nauwelijks collectieve rituelen voor rouw. Terwijl rituelen juist zo belangrijk zijn, benadrukt Babet: “Ze geven betekenis aan wat je voelt en meemaakt.” Vanuit die behoefte om ruimte te maken voor rouw ontstond het Verliesdiner.
‘Zet het even opzij. Laat het los. Heb je het al een plekje gegeven?’ Dit soort zinnen kreeg Babet te Winkel vaak te horen na het overlijden van haar moeder. Taal die suggereert dat rouw een doel heeft om naartoe te werken. “Maar zo werkt het niet,” ontdekte Babet gaandeweg: “Rouw is cyclisch van aard: het is nooit af. Het slinkt niet, maar het leven eromheen wordt groter.”
Na de dood van haar moeder had Babet te Winkel (29) het gevoel dat haar rouw er niet mocht zijn. Met kaarten, een woordenboek en kunst in de openbare ruimte wil ze rouw bespreekbaar maken. ‘Iedereen heeft wel iets of iemand verloren.’
‘Rouw gaat soms verder dan onze woordenschat en taal is niet altijd toereikend om troost te bieden of verdriet uit te drukken. Daarom bedacht humanist Babet te Winkel nieuwe woorden om haar verlies uit te drukken, die ze bundelde in het Rouwwoordenboek.‘ schreef Lisanne van Sadelhoff voor De Correspondent.
Tegelijkertijd klinkt er óók steeds vaker een tegengeluid. Ook op sociale media zijn kanttekeningen te vinden, in de vorm van varianten op het motto. Babet te Winkel, humanistica en traumatherapeut in opleiding, kwam „ook een leuke” tegen: what doesn’t kill you gives you a lot of unhealthy coping mechanisms and a really dark sense of humour. „Daar moest ik wel om grinniken. Hèhè, eindelijk een tegenhanger.”
‘Tussenintijd’, zo noemt schrijver Babet te Winkel in haar ‘Rouwwoordenboek’ de periode waarin je heen en weer beweegt tussen heden en verleden als je denkt aan degene die er niet meer is. De nieuwe speelfilm van Gabriela Cowperthwaite Our Friend speelt zich geheel en al af in die ‘tussenintijd’.
‘Vroeg of laat krijgt iedereen te maken met verlies en rouw. Toch weten veel mensen niet goed hoe ze hiermee moeten omgaan. Babet te Winkel wil met haar rouwwoordenboek uitdrukking geven aan alle gevoelens die hiermee gepaard gaan,’ schrijft LINDA.nl.
‘De kaarten (die anders zijn dan traditionele condoleancekaarten, red.) zijn een begin om een gesprek op gang te brengen over verlies. De illustraties en woorden geven voor mij weer wat verlies écht inhoudt.’
‘Veel plaatjes die je ziet op rouwkaarten zijn zachtmakend. Ik vind dat daardoor de hele rauwe kant wegvalt, terwijl rouwen ook gewoon een heel pijnlijk proces is. Wat mij betreft mag dat zichtbaarder worden, vindt Babet.’
Wij maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies voor het bijhouden van statistieken, om jouw voorkeuren op te slaan, maar ook voor marketingdoeleinden. Door op ‘bekijk voorkeuren’ te klikken, kun je meer lezen over onze cookies en je voorkeuren aanpassen. Door op ‘Accepteren’ te klikken, ga je akkoord met het gebruik van alle cookies zoals omschreven in onze privacyverklaring.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.