Verlieskaarten zijn een reeks alternatieve condoleancekaarten om te steunen en ruimte te geven aan iemand die pijn heeft. Niet enkel een kaart voor het traditionele condoleancekaartmoment, maar juist ook kaarten vóór een verlies of voor jaren later. Het zijn kaarten niet enkel voor de dood, maar ook voor allerlei soorten verliezen zoals een relatie die uitgaat of het verlies van gezondheid.
Tekst: Babet te Winkel
Illustratie: Majken Enequist
alternatieve condoleancekaart
Er is zoveel verdriet en verlies dat niet gezien wordt. Denk aan chronisch ziek zijn, struggelen met mental health en mantelzorgen.
Dit is een kaart voor die alledaagse momenten van verdriet. Voor pijn die niet opgelost kan worden en waar je mee leeft. Waar je soms mee opstaat.
In een samenleving waarin ‘sterk zijn’ en ‘doorgaan’ de norm zijn, is het heel nodig om te erkennen hoe belangrijk deze vorm van ‘doorgaan’ is. Niet door aanspannen of door doen. Dit is een manier die een ruimte opent voor verzachting, voor overgave.
Om tegen elkaar te zeggen: ik zie je, ik ben trots op je.
Als het donker is
Want hoe kom je die momenten, uren, dagen door waarop je echt niet meer weet hoe? Waarop het donker zich eindeloos uitstrekt. Hoe kan je voelen wat er te voelen is, zonder te verdrinken? En als je toch even verdrinkt, hoe kom je dan weer boven?
Zulke momenten kunnen confronteren met dat het echt je eigen leven is, alleen van jou. Helemaal jouw verantwoordelijkheid hoe je het leeft en hoe je je verhoudt met je pijn. Dat kan heel mooi zijn, maar soms ook heel zwaar drukken. Een van mijn docenten noemde dat proces: we hebben allemaal een enkeling te worden. Ons eigen pad te gaan dus. En het bijzondere is dat we dat dus allemaal gemeen hebben.
Het lichaam als ingang
Ik leerde dat het lichaam een belangrijke ingang is. Om op de laag onder de pijn te komen. Soms door in bad te gaan. Op andere momenten geeft het lijf de beweging die het verdriet nodig heeft.
Na al het huilen, luisteren naar het nieuwe dat zich aandient: dorst. Dan thee zetten. Soms letterlijk gaan lopen en blijven lopen tot ik weer lucht krijg. Dan pas omkeren om naar huis te gaan. Soms is dat een lange tocht.
Het is een vorm van doorgaan. Maar het is een andere manier van wat we doorgaans verstaan onder doorgaan. Het is niet door aanspannen, door doen, door sterk zijn. Dit is een manier die een ruimte opent voor verzachting, voor overgave. En in een samenleving waarin we dat niet als norm hebben, is het heel nodig om te erkennen hoe belangrijk dat is. Om ruimte te maken voor dagen die moeilijk zijn om door te komen.
Om tegen elkaar te zeggen: ik zie je, ik ben trots op je.