Meteen naar de inhoud

De ‘Woordendeken’-Verlieskaart

  • Condoleancekaart
  • Condoleancekaart
  • Condoleancekaart
  • Condoleancekaart

Tekst: Babet te Winkel
Illustratie: Aida de Jong

Een condoleancekaart om iemand te troosten. Om iemand toe te dekken met een dekentje van woorden. ‘Ik zou je willen troosten met mijn woorden. Als jouw nachten lang zijn wil ik mijn woorden tot propjes vouwen en in jouw oren stoppen.’

Soms roepen we vanaf de oppervlakte naar iemand die door diepe pijn gaat: ‘Het komt goed’. En soms laten we dat dan volgen door: ‘Gewoon vertrouwen hebben!’

Voor mij zijn het diep spirituele thema’s: ‘goed’ en ‘vertrouwen’. Het zijn woorden die soms te gemakkelijk worden gebruikt om maar niet dicht bij de pijn te hoeven komen. Een schild voor degene die ze uitspreekt, eigenlijk. De ander voelt de pijn namelijk al.

Ik geloof dat vertrouwen een practice is en dat als je net diep bent geraakt door verlies, dat vertrouwen erg aangetast kan zijn.
En hoe weet iemand dat het goed komt? Wat is ‘goed’ eigenlijk? Vaak worden dingen niet meer zoals ze waren – er is wel degelijk echt iets verloren gegaan. Een pijnlijke waarheid die erkend wil worden. En het heeft tijd nodig – veel meer tijd dan het hoofd kan bedenken omdat het lichaam haar eigen ritme heeft – om weer iets anders te worden. En ook dat verandert weer.

Het verhaal gaat dat er eens een Chinese boer was, wiens paard was weg gelopen. ’s Avonds kwamen zijn buren langs om hun medeleven te tonen: ‘Wat spijtig om te horen dat je paard is weggelopen, wat een pech!’. De boer antwoordde: ‘Misschien’. De volgende dag kwam het paard terug en bracht zeven wilde paarden mee. ’s Avonds kwamen de buren weer langs: ‘Wat een mazzel, wat fijn!’ De boer antwoordde weer: ‘Misschien’. De dag erna probeerde zijn zoon een van de paarden te temmen. De zoon werd van het paard geworpen en brak zijn been. De buren kwamen: ‘Wat erg!’ en de boer antwoordde: ‘Misschien’. De volgende dag kwamen er officieren om dienstplichtigen aan te melden bij het leger. Weer kwamen alle buren langs en zeiden: ‘Dat is geweldig!’. Weer zei hij: ‘Misschien’.

‘The truth is, we know so little about life, we don’t really know what the good news is and what the bad news is.’ (Kurt Vonnegut, naar een idee van Alan Watts)